3 juli 2015
“Do not trust the horse, Trojans. Whatever it is,I fear the Greeks even when they bring gifts”.
Virgil’s Aeneid, book 2, 19 bc
Een positie over de wereldeconomie innemen is van belang om portefeuilles dienovereenkomstig in te richten. Omdat keer op keer de verwachtingen te hoog gespannen zijn ten aanzien van de economische groei zou men kunnen verwachten dat nieuwe aannames met groter pessimisme worden gedaan, echter het tegendeel is waar. Verwachte groei van de wereldeconomie is de afgelopen drie jaar steeds met 0,5% neerwaarts bijgesteld en rond de 2% gebleven. Zelfs een bestuursorgaan zoals de Amerikaanse Federal Open Market Committee, een groep van twaalf deskundigen dat het Amerikaanse monetaire beleid & Federal Funds Rate bepaalt, voorspelde in december 2014 een consensus rente van 1% per het einde van 2015, in de meest recente herziening is dit gehalveerd tot 0,5%. In de huidige situatie van historisch lage rente en met de matige trackrecord van de deskundigen in het achterhoofd is het lastig tot een gefundeerde marktvisie te komen.
Om aan te vangen met het positieve: de toon van het macro-economische nieuws wordt positiever voor Europa en de V.S. De PMI’s (inkoopmanager indices), een leidende indicator, zijn in positief terrein. De arbeidsmarkten verbeteren en woningmarkten volgen het herstel voorzichtig. Inflatie is laag, maar niet negatief in de V.S., China en Europa. Centrale banken in vrijwel alle grote regio’s hanteren nog altijd forse stimulusmaatregelen. Dit geldt ook voor de V.S., ondanks dat er al ruim twee jaar wordt gesproken over een minder ruim monetair beleid. Al met al vertaalt dit gunstige klimaat niet in hoge economische groei omdat de ontwikkelde landen schulden proberen af te bouwen. De omvang van overheidsschulden is echter niet afgenomen en de ratio schuld tot bruto binnenlands product is slechts voor een aantal ontwikkelde landen gedaald. Private schuld is ook hoog gebleven. Consumenten lijken recent ook nadruk te leggen op minder schuld. Zelfs het Amerikaanse shopaholic stereotype wordt in twijfel getrokken nu besparingen op brandstof worden aangewend om schuldenlasten te verlichten.
Vervolgend met het negatieve: het politieke beeld is grimmiger. De Griekse problemen tonen de lange weg die de monetaire unie nog voor zich heeft. De Griekse capriolen zijn beheersbaar voor de EU, maar het schept een lastig precedent met het oog op de nodige herstructureringen van grotere landen zoals Frankrijk en Italië. De onderhandelingen maken ook duidelijk hoe weinig macht Brussel en Frankfurt hebben om de vereisten van monetaire integratie af te dwingen. In de V.S. lijkt de president niet in staat om verbeteringen te bereiken in de politieke impasse, dit zal waarschijnlijk nog duren tot de verkiezingen volgend jaar. De werkelijkheid is ook minder gunstig dan de verwachtingen voor het nieuwe leiderschap in Indonesië en India, waar corruptie en bureaucratie economische verbeteringen vertragen.
Gegeven de positieve economische indicatoren groeit de wereldeconomie naar verwachting de komende jaren tussen 2,5 en 2,8%, maar beneden trend. De inflatie zal naar verwachting laag blijven met de lagere energie en grondstofprijzen die hun weg vinden naar de reële economie. Dit dwingt centrale banken om een ruim beleid te blijven voeren. Het dilemma voor aandelen is: zijn huidige waarderingen gerechtvaardigd met dit voortdurende lage groei scenario? Voor obligaties zijn waarderingen op een niveau dat er forse neerwaartse risico’s moeten worden aangenomen voor beperkt verwacht rendement.
Beleggingsstrategie
Allocatie naar aandelen is gedurende de laatste maanden verder gereduceerd, maar blijft per saldo overwogen. Het forse rendement van het begin van het jaar is deels aangewend om verzekering tegen neerwaartse marktbeweging aan te schaffen in de vorm van index put opties.
Redelijke relatieve waarderingen kunnen nog gevonden worden in individuele aandelen die stabiel dividend bieden met conservatieve balansen. Om de portefeuilles defensiever te maken is de allocatie in edele metalen verhoogd tot neutraal. De vastgoedwegingen zijn lager dan neutraal, met investeringen in hoge kwaliteit vennootschappen met beperkte loan-to-value ratio’s die zouden moeten profiteren van aanhoudend lage rente en de zoektocht naar rendement.
De Laaken mandaten houden een relatief hoog percentage aan in liquiditeiten. Dit wordt gedaan om risico te verlagen en flexibiliteit te bewaren voor in het geval van een marktcorrectie. Portefeuille renterisico wordt hiermee verlaagd en de rente die Nederlandse banken bieden is nog relatief aantrekkelijk. In obligaties wordt er meer renterisico gezocht in Euro’s dan in U.S. Dollar omdat de kans groter is dat de Federal Reserve Board in de V.S. de rente verhoogt.
De valutadiversificatie buiten de Euro blijft gehandhaafd met allocaties naar sterke valuta’s als de U.S. Dollar, Singapore Dollar en Zwitserse Franc. De vreemde valuta wordt aangehouden als bescherming tegen de aanhoudende onzekerheid in de Euro.