18 juli 2017
“I have been bent and broken, but – I hope – into a better shape.” Charles Dickens, Great Expectations
Wereldeconomie
De wereldeconomie heeft in lange tijd niet zulke goede statistieken vertoond.
Amerika presteert al een tijd goed ondanks dat het licht teleurstelt ten opzichte van recente verwachtingen. De Amerikaanse Centrale Bank (FED) geeft aan dat de economische verbetering doorzet en economische activiteit gematigd toeneemt. Banengroei is recent iets lager dan eind 2016, maar werkloosheid neemt af en is reeds op een zeer laag niveau. Huishoudens geven ook gestaag meer uit en bedrijven investeren.
Tot eind vorig jaar was er weinig sprake van verbetering in Europa. De recente samenvatting van de Europese Centrale Bank geeft nu een positiever beeld: De economie groeit met 2,4%, werkloosheid is hoog, maar neemt af, inflatie is 1,4%, leningen van banken aan bedrijven tonen voor het eerst goede groei en enquêtegegevens duiden ook op groei voor de komende periode. Het inkoopmanager sentiment in de verschillende Eurolanden wordt positiever en de onderlinge verschillen worden kleiner. De politieke risico’s die begin dit jaar zijn opgesomd, zijn verminderd, Brexit onderhandelingen door het verzwakte Britse Parlement en de Italiaanse verkiezingen blijven potentiële struikelblokken.
Opkomende markten presteren ook goed. Azië wordt gesterkt door de robuuste cijfers uit China. De zorgen van begin 2016 om kapitaalvlucht uit China blijven echter aanwezig en de daling van begin 2016 in buitenlandse valutareserves is niet hersteld. Toch blijven wij bij het standpunt dat de overheid de economie minstens tot het People’s Party congres in oktober 2017 zal stimuleren.
Financiële markten
Het dilemma blijft dat de markten een combinatie tonen van hoge verwachtingen en hoge waarderingen met historisch lage volatiliteit.
Winstgroeiverwachtingen voor bedrijven in de wereld aandelenindex voor dit jaar zijn gemiddeld 21%. Deze zijn hooggespannen, maar in tegenstelling tot de afgelopen vier jaar, waarin de verwachtingen voor het lopende kalenderjaar gedurende dat jaar omlaag werden bijgesteld, worden de winstverwachtingen gedurende dit jaar naar boven bijgesteld.
Onder andere de beursindices van Amerika, Duitsland, Zwitserland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk handelen allen op een historisch hoogtepunt. De hoge waarderingen zijn een gevolg van de hoge winstverwachtingen, maar ook van het centrale bank beleid. Lage rente stuwt de waardering op en is ook goed voor winstgevendheid van bedrijven. Inflatie is een belangrijke factor voor het beleid van centrale banken van Europa en de VS. Blijft deze laag dan is de kans groter dat het stimulusbeleid aanblijft. Wij hebben onze inflatieverwachting omlaag bijgesteld. Door structurele veranderingen zoals meer productiviteit uit technologie, vergrijzende populatie en naar verwachting langer voortdurende lage olieprijzen is de kans dat de inflatie fors boven de 2% beleidsdoelen komt, laag. Korte rente kan toenemen en is reeds verhoogd in de VS, maar het neutrale niveau van 3% dat bijvoorbeeld de FED nastreeft lijkt nog zeer ver uit beeld. Inflatie in de westerse wereld ligt nu tussen 1,4% en 1,7%, met een dergelijke inflatie zou tienjarige obligatierentevergoeding van 3% passend zijn. Omdat de daadwerkelijke rente daar nog ver onder ligt zijn wij terughoudend om binnen obligaties met laag kredietrisico lange looptijden op te zoeken en prefereren wij bedrijfsobligaties en obligaties met variabele rente. Wij blijven om die reden echter positief over vastgoed-aandelen die goed zouden moeten presteren in een omgeving van langer lage rente. Het rentebeeld geeft ook vertrouwen om, ondanks hoge waardering, overwogen te blijven in aandelen.
De volatiliteit die wordt ingeprijsd in de markt is in tien jaar zelden zo laag geweest. Beleggers voorzien weinig problemen en risicosentiment is positief. Dit is een bron van zorgen omdat dit sentiment zou kunnen omslaan.
Beleggingsstrategie
De lichte overweging in aandelen houden wij aan. De relatieve waardering van beleggingscategorieën blijft in het voordeel van aandelen en de hoge waarderingen kunnen voortduren. Binnen obligaties is een deel van de portefeuille geïnvesteerd in korte US Dollarobligaties. Voorts wordt er in Euro’s meer renterisico genomen in obligaties waarvan wij de risicorendementsverhouding aantrekkelijk genoeg vinden. Om profijt te hebben van de sterke economie hebben de portefeuille ook een allocatie naar het kredietrisico van bedrijfsobligaties. De hoge allocatie in liquiditeiten blijft gehandhaafd omdat de creditrentevergoeding ten opzichte van korte obligaties met laag kredietrisico relatief aantrekkelijk is. Vastgoed heeft een neutrale allocatie. De allocatie in goud blijft gehandhaafd, mede als verzekering tegen aanhoudende politieke risico’s en een mogelijke toename van volatiliteit. De diversificatie uit de Euro in fundamenteel sterke valuta’s wordt ook gehandhaafd. Dit heeft de eerste helft van het jaar tot valutaverliezen geleid, maar rentevergoedingen zijn hoger in enkele andere valuta’s. Het grote korte renteverschil in US Dollar tegen Euro zou goed moeten zijn voor de US Dollarkoers. Verder blijft de US Dollar een toevluchtsoort mocht het positieve risicosentiment draaien. Portefeuilles blijven overwogen in US Dollar, Zweedse & Noorse Kroon, Singapore Dollar en Zwitserse Frank.